Toelichting baten en lasten op hoofdlijnen
De analyse van de afwijkingen tussen de begroting na wijziging en het overzicht van baten en lasten is in het jaarverslag opgenomen. Deze analyse is per programma opgenomen in de programmaverantwoording en maakt onderdeel uit van de jaarstukken.
Het financiële resultaat op hoofdlijnen
In de programmarekening verantwoordt de gemeente € 4,0 mld. aan baten en lasten. Na verrekening met de reserves resteert een jaarrekeningresultaat van € 84,4 mln. voordelig.
Bedragen x € 1.000 | ||||||||||
Rekening 2020 | Begroting 2020 na wijziging | Resultaat 2020 | Begroting 2020 voor wijziging | Rekening 2019 | ||||||
Lasten | 2.734.961 | 0 | 2.882.114 | 0 | 147.153 | V | 2.576.916 | 0 | 2.473.885 | 0 |
Baten | 3.410.856 | 0 | 3.444.342 | 0 | 33.487 | N | 2.490.505 | 0 | 2.404.015 | 0 |
Saldo exclusief reserves | 675.894 | V | 562.229 | V | 113.666 | V | 86.411 | N | 69.870 | N |
Dotaties aan reserves | 1.167.304 | 0 | 1.190.382 | 0 | 23.078 | V | 221.433 | 0 | 325.246 | 0 |
Onttrekkingen aan reserves | 567.300 | 0 | 628.153 | 0 | 60.853 | N | 307.843 | 0 | 396.523 | 0 |
Saldo inclusief reserves | 75.891 | V | 0 | N | 75.891 | V | 0 | N | 1.407 | V |
Op het eerste oog lijkt het voordeel van bijna € 84 mln. fors. Andersom geredeneerd; ondanks Corona heeft de gemeente 95% van de uitgaven voor de taken en ambities weten te realiseren. Naast alle reguliere activiteiten is uitvoering gegeven aan de nieuwe Tozo-regelingen. Daarnaast heeft de GGD een grote extra inspanning moeten leveren en haar werkwijzen continu aangepast aan de ontwikkelingen van het virus. Ook zijn in deze tijden de Wmo en Jeugdzorg passende hulp blijven bieden en heeft de handhaving geanticipeerd op nieuwe aandachtsgebieden. Tot slot zijn de sport- en cultuurinstellingen geholpen, evenals de overige huurders.
Het resultaat over 2020 is grotendeels incidenteel terwijl de uitdagingen voor de komende jaren veelal structureel zijn. Hieronder is het resultaat op hoofdlijnen uiteengezet in een aantal categorieën;
Corona-effecten
Het overgrote deel van het voordelige resultaat is ontstaan door afwijkingen in de realisatie als gevolg van corona, het betreft per saldo € 42 mln. voordelig. Allereerst is ruim € 28 mln. van de, in de begroting toegevoegde, € 83 mln. niet gerealiseerd. Daarnaast zijn niet alle rijksvergoedingen die de gemeente had verwacht (al) ontvangen (bijna € 15 mln. nadelig). Tot slot is er een effect van ruim € 29 mln. voordelig op overige jaarrekeningresultaten die samenhangen met de coronacrisis. Het betreft voornamelijk onderbestedingen. Als gevolg van de beperkende maatregelen zijn geplande activiteiten, werkzaamheden en projecten uitgesteld. In paragraaf 1.4 wordt uitgebreid stilgestaan bij de effecten van de coronacrisis op de begrotingsuitvoering.
(Verslaggevings-)technisch
Een deel van het resultaat kan aangemerkt worden als ‘technisch’, dit betreft bijna € 29 mln. De resultaatbepaling van het grondbedrijf gebeurt gebruikelijk per eindejaar, dit jaar kwam deze post uit op
€ 9,4 mln. Hierin is ook de vrijval van de risicovoorzieningen Harnaschpolder en Vroondaal verwerkt maar deze middelen moeten uiteraard wel voor dit doel behouden blijven. Voor een aantal andere voorzieningen ter hoogte van € 4,7 mln., onder andere voor de functioneel leeftijdsontslagregeling bij de brandweer, geldt hetzelfde. Tevens was er sprake van een verslaggevingstechnische correcties van € 8 mln. (voordelig) op onderwijshuisvesting en van € 4,5 mln. (voordelig) op de resterende middelen uit ontbinding van HTM Beheer B.V. Ook deze middelen zijn nodig voor respectievelijk toekomstige declaraties vanuit de scholen en afronding van de projecten van Werelds Netwerk aan Zee. Daarnaast zorgen enkele scopewijzigingen van diverse herinrichtingsprojecten ervoor dat deze boven de investeringsgrens uitkomen en geactiveerd worden. Hierdoor is een voordeel in de exploitatie ontstaan van € 2,4 mln.
Vertraging in de uitvoering
Op een aantal activiteiten heeft onderbesteding plaatsgevonden, niet direct te relateren aan Corona, door vertraging in de uitvoering. Dit telt op tot bijna € 9 mln. Zo is er bijvoorbeeld sprake van onderuitputting (faseringsverschillen) op het onderhoud van vastgoed en sportaccommodaties (ca. € 5,9 mln.). Daarnaast heeft de gemeente in december voor € 1,5 mln. aan rijksmiddelen ontvangen voor taakmutaties, deze kwamen dusdanig laat in het jaar dat de bijbehorende uitgaven nog niet hebben plaatsgevonden. Ook de rijksmiddelen voor ‘bonus beschut werk’ (€ 1,5 mln.) hebben nog niet tot besteding geleid. In bovenstaande gevallen is er in feite sprake van uitgesteld werk, de gemeente zal de lasten wel maken maar dan in het volgende jaar.
Na voorgenoemde onderdelen resteert er een “reëel” resultaat van ongeveer € 4 mln. Deze valt uiteen in een aantal voor- en nadelen in een veelvoud van (kleinere) posten. De meest relevante hierin is het structurele nadeel van € 8,6 mln. op het gemeentefonds doordat de bevolkingsgroei van Den Haag in 2020 aanmerkelijk lager was dan gedacht (zie verderop voor uitgebreide toelichting). Deze wordt deels gecompenseerd door een voordelige afrekening met betrekking tot voorgaan de jaren van € 1,9 mln.
Tevens hebben lagere onderhoud- en beheerkosten aan infrastructurele werken geleid tot een voordeel van € 2,7 mln. Dit is inclusief het gereserveerde beheerbudget van de Rotterdamsebaan, waarvan de vertraagde openstelling heeft plaatsgevonden begin 2021, dat niet volledig is aangesproken. Ook is er een voordeel van € 2,1 mln. ontstaan door een verhoging van de btw-compensatie op werkgelegenheidsprojecten. Tot slot is er voor € 3,4 mln. meer dan begroot aan gemeentelijk vastgoed verkocht.
Onderliggende opgaven
Alvorens de meer gedetailleerde resultaten per programma te behandelen staan we stil bij de structurele uitdagingen. Het betreft drie eerder geadresseerde grote thema’s die ook de komende jaren zullen doorwerken. Dit zijn de ontwikkelingen bij de bijstandsverlening, de kosten voor jeugdhulp en zorg en het gemeentefonds. Deze ontwikkelingen zijn onderwerpen waar alle gemeenten in meerdere of mindere mate mee te maken hebben.
Bijstandsverlening
In 2020 kwam een einde aan de daling van het bijstandsvolume die in 2017 begon. In het voorjaar 2020 werd rekening gehouden met een aanzienlijke stijging vanwege de coronacrisis. Gedurende 2020 bleek dat de effecten van de coronacrisis moeilijk te voorspellen zijn. Uiteindelijk is het bijstandsvolume in 2020 met 2,5% toegenomen tot 24.751 uitkeringen op 31 december 2020. Het voornaamste effect van de Coronacrisis is dat relatief veel jongeren, die afhankelijk zijn van de flexibele arbeidsmarkt, de bijstand zijn ingestroomd.
De zogeheten BUIG-baten zijn € 12,9 mln. hoger uitgevallen dan begroot. Dat komt doordat het Rijk aanpassingen heeft gedaan in het macrobudget waarbij rekening is gehouden met een forse extra instroom door corona. Deze extra instroom heeft zich in de lasten in 2020 (nog) niet voorgedaan. Per saldo is een voordelig resultaat van € 18,8 mln. behaald ten opzichte van de begroting. Let wel: de gemeente gaf in 2020 € 374 mln. uit aan bijstandsuitkeringen (plus loonkostensubsidie minus ontvangsten). Hier stond een totale rijksvergoeding van € 366,6 mln. tegenover. Per saldo betaalde de gemeente in 2020 € 7,4 mln. aan bijstandsuitkeringen uit eigen middelen.
De gemeente Den Haag ondervindt nog steeds nadelige effecten van de systematiek en de rekenregels van de verdeling van de BUIG-middelen door het Rijk. Medio 2019 heeft de Centrale Raad van Beroep (CRvB) een uitspraak gedaan in het voordeel van de gemeente. Echter de wijze waarop het Rijk met een nieuw besluit invulling gaf aan deze uitspraak leidde niet tot financiële compensatie. Daarom is in 2020 bij de CRvB een beroep ingesteld tegen dit besluit. De zitting zal in mei 2021 plaatsvinden. Met het oog op de toekomstige instroom door de coronacrisis blijft de Haagse inzet om het gat tussen de rijksvergoeding en de werkelijke uitgaven te minimaliseren.
Jeugdhulp en Zorg
De gemeente is er voor alle inwoners van Den Haag die zorg en ondersteuning nodig hebben op het gebied van de Wmo en de jeugdhulp. Jaarlijks is hier ruim € 400 mln. voor begroot. Binnen bijna alle Nederlandse gemeenten is zowel het gebruik van de Wmo als het beroep op de jeugdhulp de afgelopen jaren fors toegenomen. Ook Den Haag staat voor een grote uitdaging door de meerkosten op deze onderdelen.
In de programmabegroting 2020-2023 zijn oplossingen voorgesteld, gekoppeld aan een besparingsopgave. De oplossingen zijn gericht op een vijftal verbeterlijnen en de besparingsopgave loopt op van € 20,6 mln. in 2020 naar € 24,6 mln. structureel vanaf 2022. In 2020 is deze taakstelling grotendeels (voor € 16,6 mln.) behaald met behoud van kwaliteit van zorg en ondersteuning. Conform landelijke afspraak gold gedurende een deel van 2020 dat de zorgaanbieders een omzetgarantie kregen vanwege de coronamaatregelen. Dit was van invloed op de mogelijkheid om de gehele taakstelling te behalen (RIS305404).
Het kunnen sturen op de kosten voor jeugdhulp is (met behoud van passende zorg en ondersteuning) mogelijk maar wel in beperkte mate. Het nadeel op de inkoop van jeugdhulp bedroeg in 2020 circa
€ 17 mln. Een aantal aanbieders heeft aangegeven een lagere omzet door corona te hebben gerealiseerd (ca. € 3 mln.). Het structurele tekort gegeven de huidige situatie is hiermee minimaal € 2o mln. Met een incidentele bijdrage van het Rijk (ruim € 11 mln.) en inzet uit de reserve Verzachtingsgelden (€ 1 mln.) is het resultaat op dit onderdeel over 2020 beperkt. Uit een recent onderzoek van het Rijk en de VNG (AEF-rapport) blijkt dat gemeenten in totaal voor € 1,7 mld. structureel te weinig middelen hebben om de jeugdzorg te kunnen uitvoeren. De gemeente heeft hiermee het Rijk nadrukkelijk verzocht om de benodigde extra structurele middelen. Het college blijft druk uitoefenen, totdat deze structurele oplossing er is.
Gemeentefonds
Het Haagse aandeel in het gemeentefonds was in 2020 € 1,4 mld. Normaliter beweegt het gemeentefonds trap-op-trap-af mee met de rijksuitgaven: geeft het Rijk meer, stijgt onze uitkering, en andersom. In mei 2020 heeft het Rijk besloten het zogeheten accres te bevriezen op de stand van de voorjaarsnota (van het Rijk). Vanwege de extra rijksuitgaven ter bestrijding van de gevolgen van de coronacrisis was het systeem van 'samen de trap op en af' immers niet meer passend. Dit is verwerkt in de Haagse voorjaarnota 2020. Wel krijgen de gemeenten in 2020 gerichte compensatie voor de meerkosten en de gederfde inkomsten. Ook is de zogeheten 'opschalingskorting' in 2020 en 2021 bevroren op de stand van 2019. Er was in 2020 dus geen onzekerheid over de hoogte van het accres (zoals in voorgaande jaren).
Echter, de zogeheten 'Haage aantallen' hebben wel invloed gehad op de hoogte van gemeentefondsuitkering. Hierdoor is een nadeel van € 8,6 mln. ontstaan. In de begroting gaat de gemeente Den Haag er namelijk van uit dat de stad even snel groeit als het land; in alle opzichten: dus voor inwoners, de WOZ-waarde, jongeren, enz. De bevolkingsgroei van Den Haag was in 2020 echter aanmerkelijk lager dan gedacht; het Centraal Bureau voor de Statistiek bevestigde dat in januari 2021 in het persbericht 'Bevolkingsgroei grotere steden stokt door lagere immigratie'. Grotere steden hadden daar meer dan gemiddeld last van. Dit werkt meerjarig door vandaar dat we spreken van een structureel nadeel.
Het gemeentefonds is een van de belangrijkste inkomsten voor de gemeente Den Haag. De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft het voornemen per 2023 de verdeling van het gemeentefonds volledig te herzien. Volgens de eerste (tussen)resultaten zou de herverdeling enorm ongunstig zijn voor grote steden, voor Den Haag in het bijzonder. Het gaat potentieel om een structureel nadeel enkele tientallen miljoenen euro’s. De implicaties van de daadwerkelijke herverdeling zijn ook grotendeels afhankelijk van de uitkomsten van de kabinetsformatie.
Toelichting op de resultaten per programma
Voor zover relevant worden hieronder de significante financiële resultaten per programma kort toegelicht.
Duurzaamheid, milieu en energietransitie
Dit programma sluit af met een nadelig resultaat van € 2,4 mln. De belangrijkste afwijking betreft de kosten die samenhangen met het inzamelen en verwerken van het huishoudelijk afval. Als gevolg van corona zijn deze fors gestegen. De voorziening waar deze kosten normaliter mee verrekend worden was ontoereikend waardoor er € 3,9 mln. ten laste van de exploitatie is gebracht. In de risicoreservering voor 2020 in de coronabuffer was rekening gehouden met een nadeel op deze post.
Openbare orde en veiligheid
Het resultaat op dit programma is grotendeels veroorzaakt door de vrijval van de voorziening voor de kosten van de FLO-regeling voor de brandweer. Dit leidde tot een voordeel van € 3,5 mln.
Onderwijs
Het voordelige resultaat op dit programma betreft hoofdzakelijk een noodzakelijke verslaggevings-technische correctie van € 8,0 mln. (voordelig) op declaraties van scholen inzake onderwijshuisvesting.
Werk en inkomen
Naast de eerdergenoemde ontwikkelingen bij de bijstandsverlening, is er op dit programma voornamelijk sprake van onderbesteding van € 6,5 mln. op het gebied van werkgelegenheidsprojecten. Met name tijdens de lockdown(s) hebben de werkfit en ontwikkelingstrajecten tijdelijk stilgelegen.
Zorg, welzijn, jeugd en volksgezondheid
Naast de eerder benoemde ontwikkelingen bij zorg en jeugdhulp, is het resultaat op de maatschappelijke opvang noemenswaardig. De uitbraak van het coronavirus heeft grote impact op de maatschappelijke opvang. De 1,5 meter richtlijn zorgde dat er minder bedden waren bij de opvanglocaties, terwijl er in 2020 een groter beroep op de maatschappelijke opvang is gedaan. Omdat nog niet alle rijkscompensatie op dit onderdeel kon worden besteed dit leidde tot een voordeel van per saldo € 2,3 mln.
Buitenruimte
Binnen dit programma hebben lagere onderhoud- en beheerkosten aan infrastructurele werken geleid tot een voordeel van € 2,7 mln. Dit is inclusief het gereserveerde beheerbudget van de Rotterdamsebaan, waarvan de vertraagde openstelling begin 2021 heeft plaatsgevonden, dat niet volledig is aangesproken. Daarnaast zorgen enkele scopewijzigingen van diverse herinrichtingsprojecten ervoor dat deze boven de investeringsgrens uitkomen en geactiveerd worden. Hierdoor is een voordeel in de exploitatie ontstaan van € 2,4 mln. maar deze middelen worden, volgens bestaande systematiek, voor het MJPK behouden.
Sport
Op dit programma heeft zich in 2020 onderuitputting voorgedaan op het onderhoud van vastgoed en sportaccommodaties van tezamen € 2,8 mln. Daarnaast was, mede door Corona, onderbesteding op de subsidies inzake sportbeleid en activering ter hoogte van € 1,8 mln. voordelig.
Mobiliteit
In het najaar is de inkomstenderving op parkeerbaten geraamd van € 22,5 mln. voor 2020. Uiteindelijk is de inkomstenderving € 10,2 mln. gebleken. Omdat de compensatie voor de geraamde derving in de begroting was verwerkt ontstaat er op dit programma een voordeel van € 12,3 mln. Dit voordelig resultaat moet wel in samenhang worden gezien met het bijbehorende nadeel op programma 15 Financiën.Ook leidde de financiële afwikkeling van de ontbinding van HTM Beheer B.V. tot een incidenteel voordeel van
€ 4,5 mln. Daarnaast hebben zich diverse voordelen, ter hoogte van € 2,7 mln., voorgedaan op de activiteit parkeren. Dit betreffen voordelen op beheer- en onderhoudslasten, zowel in de uitvoer als in het verdunnen van nieuwe contracten, op apparaatslasten, op de uitvoer van projecten, zoals de aanleg van invalideparkeerplaatsen en de overdracht van de garage aan de Nieuwersluis.
Stadsontwikkeling en Wonen
Het resultaat op het programma Stadsontwikkeling en Wonen wordt grotendeels bepaald door het eerder genoemde resultaat op het grondbedrijf van € 9,5 mln. Daarnaast was er sprake van vertraging in de uitvoering van de projecten stadsvernieuwing. Dit leidde tot onderbesteding op concernreserves van ca. € 4,5 mln. Dit voordeel hangt samen met een even groot nadeel op het programma Financiën en is dus gemeentebreed neutraal. Tot slot waren er in 2020 hogere opbrengsten uit verkoop van vastgoed, hetgeen leidde tot een voordelig resultaat op dit programma van € 2,7 mln.
Financiën
Naast de eerder benoemde ontwikkelingen bij het gemeentefonds, zijn er ook incidenteel hogere baten uit het gemeentefonds van € 6,8 mln. Deze zijn het gevolg van niet begrote taakmutaties uit de decembercirculaire 2020. Hiervan is € 5,5 mln. gerelateerd aan Corona.
Daarnaast was er sprake van een € 9,7 mln. nadelig resultaat door lagere onttrekkingen uit de gemeentebrede projectreserves. Deze lagere onttrekkingen hangen samen met even grote voordelen op de desbetreffende beleidsprogramma’s. Gemeentebreed is het resultaat neutraal.
Ook waren er voor € 5,1 mln. lagere baten als gevolg van inkomstenderving op dit programma door Corona. Het betreft toeristenbelasting (€ 4,0 mln.) en de parkeergarage Spui (€ 1,1 mln.).
Tot slot ontstond er € 13,2 mln. nadeel als gevolg van het niet realiseren van de begrote rijkscompensatie voor de inkomstenderving parkeerbelasting. Het financiële effect van het aanvullende compensatiepakket mag pas als opbrengst verwerkt worden in de jaarrekening 2021. Hierdoor is er in 2020 een nadeel op de baten van € 13,2 mln. ontstaan. Dit nadeel dient in relatie te worden gezien met de resultaten op parkeerbelasting op het programma Mobiliteit.
Saldo financieringsfunctie
Het saldo van de financieringsfunctie bestaat uit:
- de betaalde rentelast over de aangegane leningen en over de aangetrokken midden in rekening-courant;
- de ontvangen rentebaten over de uitzettingen;
- rentebaten (negatieve rentelast) van de interne financiering van de materiële en financiële vaste activa;
- financiering van kapitaalstortingen aan verbonden partijen;
- dividenden van de verbonden partijen
- administratiekosten van de personeelshypotheekportefeuille en beheerfee vermogensbeheerder van de obligaties (voorheen Fonds Uiver).
In de paragraaf financiering zijn de grootste resultaten toegelicht in onderdeel 2c Resultaat rente/beleggingsresultaat.
Daarnaast zijn de renteonderdelen ook opgenomen in renteschema (onderdeel Interne financiering paragraaf Financiering).
Specifieke onderdelen uit het BBV
Bedragen x € 1.000 | |||
Overzicht overhead | Rekening 2020 | Begroting 2020 | Begroting 2020 |
---|---|---|---|
Overhead | 288.017 | 289.905 | 275.652 |
Dit onderdeel wordt nader toegelicht in het jaarverslag, onderdeel programmaverantwoording 2.16 Overzicht Overhead.
Bedragen x € 1.000 | |||
Vennootschapbelasting | Rekening 2020 | Begroting 2020 | Begroting 2020 |
---|---|---|---|
Vennootschapbelasting (VpB) | 2.472 | 210 | 0 |
Dit onderdeel wordt nader toegelicht in het jaarverslag, onderdeel programmaverantwoording 2.12 Programma Mobiliteit en 2.15 Programma Financiën.
Bedragen x € 1.000 | |||
Gebruik onvoorzien | Rekening 2020 | Begroting 2020 | Begroting 2020 |
---|---|---|---|
Post onvoorzien | 0 | -22 | 778 |
Dit onderdeel wordt nader toegelicht in het jaarverslag, onderdeel programmaverantwoording 2.15 Programma Financiën.
(bedragen x € 1 mln.) | |||||
Programma's | Rekening 2020 | Begroting | Resultaat | ||
---|---|---|---|---|---|
Lasten | Baten | Saldo | Saldo | Saldo | |
Prog. 1 t/m 15 | 2.440,3 | 1.673,8 | -766,5 | -875,2 | 108,7 |
Totaal programma's (excl. Dekkingsmiddelen, overige posten en reserves) | 2.440,3 | 1.673,8 | -766,5 | -875,2 | 108,7 |
Algemene dekkingsmiddelen | |||||
12 - Mobiliteit | 0 | 67,5 | 67,5 | 54,2 | 13,3 |
15 - Financiën | 0 | 1.665,4 | 1.665,4 | 1.673,2 | -7,9 |
Totaal dekkingsmiddelen | 0 | 1.732,9 | 1.732,9 | 1.727,5 | 5,4 |
Overige posten | |||||
Overzicht Overhead | 292,2 | 4,2 | -288,0 | -289,9 | 1,9 |
Vennootschapbelasting | 2,5 | 0,0 | -2,5 | -0,2 | -2,3 |
Onvoorzien | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,02 | -0,02 |
Totaal overige posten | 294,6 | 4,2 | -290,5 | -290,1 | -0,4 |
Saldo van lasten en baten | 2.735,0 | 3.410,9 | 675,9 | 562,2 | 113,7 |
Dotaties en onttrekkingen aan reserves | 1.167,3 | 567,3 | -600,0 | -562,2 | -37,8 |
Resultaat | 3.902,3 | 3.978,2 | 75,9 | 0,0 | 75,9 |