Financiering
De gemeente investeert jaarlijks in publieke voorzieningen. Deze investeringen worden beschreven in beleidsprogramma’s en de dekking van deze investeringen is opgenomen in de exploitatiebegroting. Om deze investeringen te realiseren is daarnaast financiering benodigd. Dit gebeurt voor een deel met eigen vermogen en voor deel met vreemd vermogen (leningen). Doordat er meer wordt geïnvesteerd nemen aan de ene kant van de balans de bezittingen (activa) toe en aan andere kant de schulden (passiva).
In deze paragraaf wordt het financieringsbeleid van de gemeente toegelicht, alsmede de belangrijkste interne en externe ontwikkelingen. De gemeente heeft in 2020 aan alle financieringsnormen voldaan.
Doelstelling en functies van de treasury
De treasuryfunctie van de gemeente omvat alle activiteiten die voorzien in de vermogensbehoefte van de gemeente. De gemeente moet altijd over voldoende geld beschikken om aan alle verplichtingen te kunnen voldoen: het op tijd betalen van uitkeringen, subsidies, salarissen en facturen van derden. Hiervoor trekt de gemeente op dagelijkse basis korte geldleningen aan. Om investeringen in de stad mogelijk te maken, trekt de gemeente geldleningen aan met een langere looptijd. Het financieringsbeleid is nodig om de rente die de gemeente moet betalen op de aangetrokken leningen te beheersen en de daarmee samenhangende risico’s te beperken. Een ander belangrijk aandachtsveld binnen de treasuryfunctie betreft het in het kader van de publieke taak, verstrekken van leningen en het verlenen van garanties aan derden.
De Wet financiering decentrale overheden (Wet fido) geeft de wettelijke kaders voor de treasuryfunctie van decentrale overheden. Een belangrijk uitgangspunt van de wet is dat een gemeente voorzichtig moet omgaan met publieke middelen. Dit uit zich onder andere in de beheersing van renterisico’s. Hierbij gelden als wettelijke normen de kasgeldlimiet en de renterisiconorm.