Financiële verantwoording op hoofdlijnen

Lasten
Het grootste deel van de lasten binnen het programma Sport (67%) wordt besteed aan het exploiteren en onderhouden van de gemeentelijke sportvoorzieningen (zwembaden, sporthallen en sportvelden).

Baten
Een deel van de inkomsten van het programma Sport komt uit kaartverkoop, verhuur aan sportverenigingen en het geven van zwemles. Daarnaast is er sprake van een onttrekking uit de reserve Olympisch fonds.

 
Resultaat
Dit programma heeft in 2020 een voordelig resultaat van afgerond € 4,4 mln. Dit resultaat is het saldo van diverse voor- en nadelen.

De belangrijkste zijn:

• Een incidenteel voordeel op subsidies van € 1,8 mln.
• Een incidenteel nadeel van € 0,2 mln. op personeelslasten.
• Een incidenteel voordeel op onderhoudskosten van sportaccommodaties van
  € 2,8 mln.  

Het voordeel op onderhoudskosten wordt aan de onderhoudsreserves toegevoegd.

Afwijkingen ten opzichte van 2019
Conform de begrotingsretraite is in 2020 een nieuwe reserve verduurzaming sportvoorzieningen gevormd (€ 12 mln.). Daarnaast is een bedrag van € 10,2 mln. aan de reserve olympisch fonds toegevoegd voor de organisatie van de Invictus Games en de Ocean Race. Vooral deze beide mutaties verklaren het verschil met 2019.

Corona

• De gemeente heeft de huren aan sportverenigingen kwijtgescholden van de maanden maart tot en met december. De gemeente is hiervoor voor € 1,3 mln. gecompenseerd door het Rijk. De overige kosten zijn gedekt vanuit de gemeentelijke coronabuffer (€ 3,3 mln.). In 2021 krijgt Den Haag nog een vergoeding vanuit het Rijk voor de kwijtschelding in het laatste kwartaal van 2020.
• Er hebben minder sportevenementen plaatsgevonden of deze zijn in versoberde vorm doorgegaan (€ 0,6 mln.).

 Toelichting op lasten en baten

Uit de tabel blijkt een gerealiseerde last van € 27 mln. Gecorrigeerd voor de toevoeging aan de reserve Olympisch fonds van € 10,2 mln. is binnen de activiteit sportbeleid en activering € 17 mln. aan uitgaven gerealiseerd. Hiervan is circa € 13,5 mln. aan subsidies besteed. Voor de subsidieregeling Brede Impulscombinatiefuncties is € 5 mln. en de subsidieregeling Investeringssubsidie accommodaties sportverenigingen (IAS) € 1,3 mln. uitgegeven. Daarnaast zijn er diverse andere subsidieregelingen, zoals het Haags Sportinitiatief en de Verenigingsondersteuning. De restantuitgaven betreffen voornamelijk de apparaatslasten (€ 2,4 mln.)

De baten bij deze activiteit betreft de onttrekking uit de reserve Olympisch fonds. Er heeft in 2020 een onderbesteding plaatsgevonden doordat evenementen zijn uitgesteld.  

Toelichting op financieel resultaten                                                                              € 2,9 mln. V/I
Sportbeleid -en activering                                                                                                                     € 2,9 mln. V/I

Op subsidies is sprake van een onderbesteding van € 1,8 mln. Deze onderbesteding heeft voor € 0,4 mln. betrekking op de combinatiefunctionarissen, doordat de uitvoering van de inzet van de functionarissen vertraging heeft opgelopen. Daarnaast is sprake van een onderbesteding op de Investeringssubsidie Accommodaties Sportverenigingen (IAS) van € 0,2 mln. en € 0,2 mln. op sportverenigingsondersteuning, omdat verenigingen minder ondersteuning aanvroegen. Het resultaat bij topsport valt € 0,3 mln. voordelig uit, omdat vanwege corona minder sportevenementen (basketbal en beachvolleybal) hebben plaatsgevonden. Het overige voordeel van € 0,7 mln. is verdeeld over verschillende subsidies. Voor het Haags sportinitiatief zijn 28 aanvragen binnen gekomen tegenover 59 in 2019.

Vanwege corona zijn de stadsspelen niet doorgegaan. Daarnaast is het sportgala in een versoberde vorm uitgevoerd. Dit heeft in totaal een voordelig resultaat opgeleverd van € 0,3 mln.

Op de apparaatslasten is een voordeel van € 0,6 mln. gerealiseerd. Dit is onder andere het gevolg van niet of laat ingevulde vacatures.

Tenslotte is er een voordeel van € 0,2 mln. gerealiseerd op de niet begrote ontvangst in het najaar 2020 van de rijksbijdrage van het ministerie van VWS voor het sportakkoord.

Toelichting op lasten en baten
Uit de tabel blijkt dat in 2020 € 55,8 mln. aan lasten is gerealiseerd. Gecorrigeerd voor de € 12 mln. toevoeging aan de reserve Verduurzaming sportvoorzieningen resteert een realisatie van € 43,8 mln. Dit bedrag is besteed aan vastgoed (€ 11,4 mln.), aan apparaatslasten (€ 13,7 mln.) en aan de exploitatie van zwembaden, sporthallen en sportvelden (€ 18,7 mln.).

Aan crowd control vanwege corona is ongeveer € 0,07 mln. uitgegeven.

Toelichting op financieel resultaten                                                                              € 1,5 mln. V/I
Sport -en spelaccommodaties                                                                                             € 0,2 mln. V/I

Er is in 2020 € 1,2 mln. minder uitgegeven aan het onderhoud van sportaccommodaties. Er was minder onderhoud aan de sportcampus nodig en daarnaast is een aantal onderhoudsprojecten op verzoek van verengingen (vervanging van hockeyvelden en de aanleg van sporttuinen) overgeheveld naar 2021. Dit voordeel op onderhoud wordt verrekend met de reserve Onderhoud Sportaccommodaties conform de verordening financieel beheer.

Vanwege de daling van het aantal beschikbare stippers bedraagt het voordeel € 0,2 mln. Door uitstroom van stippers heeft er een aanzienlijke afname van personele kosten plaatsgevonden. Dat komt door vermindering van de benodigde begeleidingscapaciteit en daarmee ook afname van andere algemene kosten zoals werkkleding en verlaging van aantallen vervoersmiddelen.

Daarnaast is door later ingevulde vacatures sprake van een voordeel op de apparaatslasten van circa € 0,1 mln. Er is ondanks corona € 0,9 mln. meer uitgegeven aan de inhuur van personeel voor zwembaden, sporthallen, sportcampus en het roosterbureau. Vanwege contractuele verplichtingen was het niet mogelijk de externe inhuur (direct) stop te zetten op het moment dat dat vanwege corona niet of in mindere mate noodzakelijk was.

Het overig nadelig saldo bedraagt € 0,4 mln.

CVDH/Vastgoed                         € 1,3 mln. V/I

Het voordeel op de CVDH-onderhoudskosten bedraagt € 1,6 mln. en is tot stand gekomen doordat de onderbesteding is veroorzaakt door een capaciteitsprobleem. Dit jaar stonden er aanzienlijke werkzaamheden gepland. Door de beperkte personele inzet zijn er werkzaamheden alleen voor te bereiden en pas in 2021 in uitvoering te nemen. De bezetting op de sportportefeuille is hersteld.

Daarnaast is er vanwege diverse oorzaken sprake van een overig nadeel op vastgoed van circa € 0,3 mln.