Liquiditeitspositie
1a Gecontracteerde langlopende leningenportefeuille opgenomen gelden
Onderstaand een overzicht van het totale langlopend geleende bedrag sinds 2016, onderverdeeld in geleende bedragen voor eigen voorzieningen en geleende bedragen die zijn door verstrekt aan derden.
| Bedragen x €1 mln. | |||||
---|---|---|---|---|---|---|
Ultimo | Totaal geleend | Gem. betaalde rente | Waarvan geleend voor eigen voorzieningen | Gem. betaalde rente | Waarvan geleend en doorverstrekt aan derden | Gem. betaalde rente |
2016 | 992 | 2,84% | 863 | 2,66% | 129 | 3,27% |
2017 | 1185 | 2,39% | 1.057 | 2,22% | 128 | 3,67% |
2018 | 1.358 | 2,03% | 1.230 | 1,85% | 128 | 3,67% |
2019 | 1.422 | 1,92% | 1.315 | 1,76% | 107 | 3,65% |
Nieuwe leningen | 0 | 0,00% | 0 | 0,00% | 0 | 0,00% |
Reguliere aflossingen | 88 | 2,15% | 88 | 2,15% | 0 | 0,00% |
2020 | 1.334 | 1,98% | 1.227 | 1,84% | 107 | 3,63% |
Afloop van hoofdsommen
Ultimo 2020 heeft de gemeente € 1.334 mln. langlopend geleend tegen gemiddeld 1,98%. In 2021 wordt per saldo € 74 mln. afgelost, in 2022 € 106 mln., in 2023 € 105 mln. en in 2024 € 97 mln. Deze bedragen zijn opgenomen in de gemeentebrede liquiditeitsprognose. Op basis van de meest recente liquiditeitsprognose is er geen directe noodzaak de rente- en aflossingsbedragen te herfinancieren.
1b Gecontracteerde langlopende leningenportefeuille uitgezette gelden
De aflossingen hebben vooral betrekking op Grondexploitatie Maatschappij Vroondaal C.V. en de Personeelshypotheken.
Bedragen x € 1 mln. | ||
Uitgezette gelden | Bedrag | Gem. rente |
Stand per 1 januari 2020 | 132,4 | 3,81% |
Nieuwe leningen | 0,0 | 0,00% |
Reguliere aflossingen | -4,1 | 4,16% |
Stand per 31 december 2020 | 128,3 | 3,80% |
Bedragen x € 1 mln. | ||
Uitgezette gelden per instelling | Restant per 31/12/2020 | Restant per 31/12/2019 |
Grondexploitatie Maatschappij Vroondaal C.V. | 100,0 | 100,0 |
Starterspanden C.V. | 0,8 | 0,8 |
Stichting Rijnlands Lyceum | 0,5 | |
St. Jacobusstichting | 7,0 | 7,4 |
Stichting pand Hoefkade | 2,8 | 2,8 |
Personeelshypotheekportefeuille | 17,7 | 20,9 |
TOTAAL | 128,3 | 132,4 |
Afloop van hoofdsommen
Ultimo 2020 heeft de gemeente € 128,3 mln. langlopend uitgeleend tegen 3,80%. In 2021 wordt € 2,6 mln. terugontvangen, in 2022 € 34,8 mln., in 2023 € 8,9 mln. en in 2024 € 9,2 mln. Deze bedragen zijn opgenomen in de gemeente brede liquiditeitsprognose. Dat betekent dat de gemeente de komende jaren minder financiering aan derden heeft uitstaan.
Voorziening langlopende uitgezette leningen
De gemeente heeft € 128,3 mln. aan langlopende leningen ingedeeld in risicogroepen.
Bedragen x € 1 mln. | |
Uitgezette langlopende leningen per risicogroep | Restant per ultimo 2020 |
Met (hypothecaire) zekerheid | 98,5 |
Zonder zekerheid | 29,8 |
Totaal | 128,3 |
Jaarlijks wordt op basis van risico-inschatting van iedere individuele lening de voorziening voor langlopende leningen bepaald. Als er 100% zekerheden zijn gesteld wordt geen voorziening gevormd. Zo nodig worden op basis van risico-inschatting afwijkende percentages toegepast. Voor de uitstaande personeelshypotheekportefeuille is geen voorziening opgenomen omdat de spaarpolissen en de onderliggende WOZ waarde 100 procent zekerheid geeft. De voorziening langlopende leningen op basis van de langlopende leningen zonder zekerheid bedraagt in 2020 €1,1 mln. en wordt voldoende geacht om eventuele risico’s in de portefeuille op te vangen.
1c Gegarandeerde geldleningen
De afgelopen decennia heeft de gemeente aan organisaties in diverse sectoren borgstellingen verleend voor investeringen in hun materiële activa. Het gaat om maatschappelijk relevante investeringen met een publiek belang. De gemeente Den Haag loopt risico wegens het afgeven van garanties voor leningen die banken aan derden hebben verstrekt.
Bedragen x €1.000 | ||
Gegarandeerde geldleningen | Restant per 31/12/2020 | Restant per 31/12/2019 |
Geestelijke gezondheidszorg/bejaardenoorden | 678 | 925 |
Ministerie van Financiën | 4.500 | 4.667 |
Stichting Nationaal Restauratiefonds | 584 | 584 |
Garantstelling grondexploitatie Vroondaal CV | 0 | 20.000 |
Achtervangovereenkomst met de Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen | pm | pm |
Achtervangovereenkomst Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW)* | 4.053.911 | 4.138.800 |
TOTAAL | 4.059.673 | 4.164.976 |
* Het gaat hierbij om garantstellingen aan rechtspersonen.
Met raadsvoorstel "Financiering woningbouw door toegelaten instellingen" (RIS80570) heeft de raad ingestemd met een doorlopende achtervangovereenkomst met de Stichting Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) voor alle in de gemeente werkzame of in de toekomst werkzame toegelaten instellingen tot het moment van wederopzegging. Het Waarborgfonds stelt zich onder voorwaarden (kredietwaardigheid instellingen) borg voor de nakomingsverplichtingen van leningen van de toegelaten instellingen (woningcorporaties). Hierdoor kunnen de instellingen ‘goedkoper’ lenen.
Indien het risicovermogen van het waarborgfonds een niveau bereikt dat lager is dan het garantieniveau zoals omschreven in de gesloten overeenkomst met het Waarborgfonds, dient de gemeente renteloze leningen aan het Waarborgfonds te verstrekken, teneinde liquiditeitstekorten bij het Waarborgfonds te voorkomen. Indien er aanspraak van het Waarborgfonds op de gemeente op basis van bovengenoemde achtervang wordt gedaan zal dit alleen gebeuren indien er onvoldoende eigen vermogen van het Waarborgfonds enerzijds of, doordat Centraal Fonds voor de volkshuisvesting voor sanering zorgt bij onvoldoende kredietwaardigheid van een corporatie en de achtervangovereenkomsten met het Rijk en de gemeenten (50-50%) anderzijds, zal zijn. Het verlies dat achtervangers kunnen lijden, is beperkt tot de rentederving over leningen die ze bij een calamiteit aan het Waarborgfonds moeten verstrekken.
Voorziening gegarandeerde geldleningen
Van de totaal uitstaande garanties is voor € 0,7 mln. extra zekerheid verkregen door het recht van eerste hypotheek (verpleeg- en zorginstellingen). Voor de overige uitstaande garanties is geen zekerheid verkregen, waardoor het risico in geval de gemeente wordt aangesproken hoger is. Op basis van de huidige inzichten zijn deze risico’s beperkt waardoor geen aanvullende maatregelen nodig zijn. Hierdoor is de voorziening van € 0,1 mln. vrijgevallen. Dit is verwerkt in het resultaat van Programma 15 – Financiën.
1d Lange financieringspositie 2020 (langer dan één jaar)
De lange financieringsbehoefte is in theorie het verschil tussen de vaste activa van de balans (materiele en financiële vaste activa) en het lang vermogen aan de passiefzijde van de balans. De uitkomst geeft aan of er een financieringsbehoefte of een financieringsoverschot is op de langlopende financieringspositie. De financieringspositie ultimo 2020 is als volgt opgebouwd:
Bedragen x €1 mln. | ||
Saldo ultimo 2020 | Jaarrekening 2020 | Begroting 2020 |
Vaste activa: | ||
Verstrekte leningen voor gemeentelijke Investeringen | 2.091 | 2.254 |
Deelnemingen | 110 | 103 |
Uitgezette middelen | 289 | 244 |
Totaal | 2.490 | 2.601 |
Beschikbare middelen: | ||
Reserves en voorzieningen | 1.324 | 635 |
Opgenomen leningen (zie paragraaf 1a) | 1.334 | 1.334 |
Totaal | 2.658 | 1.969 |
Financieringsoverschot/behoefte | 168 | -632 |
In 2020 heeft de gemeente geen langlopende leningen opgenomen voor de financiering van de gerealiseerde investeringen 2019 omdat in maart 2020 circa € 675 mln. is ontvangen door de verkoop van de aandelen van Eneco. Hierdoor is er ultimo 2020 een tijdelijk liquiditeitsoverschot van € 168 mln. Vanaf 2021 en verder is er weer sprake van een financieringsbehoefte. Medio 2020 werd voor 2022 een stijging van de lange rente verwacht. Daarom heeft het college in juli 2020 (RIS305846) voor de eigen financieringsbehoefte vier langlopende leningen voor de toekomst afgesloten (zie forwards). Met het aantrekken van deze forwards is het uitgangspunt dat de langdurige kapitaalbehoefte wordt gefinancierd met langlopende leningen.